Incidenten met gevaarlijke stoffen treden ook op in de landbouw. Plantaardig materiaal dat wordt ingekuild of in silo’s opgeslagen kan gevaarlijke nitreuze gassen produceren. Dit fenomeen is bekend als ‘silo-filler’s disease’.

De maïsoogst en het inkuilen van de gehakselde maïs zijn in 2018 weken eerder begonnen dan normaal. Door de droogte van de afgelopen maanden bevindt zich in de mais veel meer stikstof dan gewoonlijk. Hierdoor ontstaan bij het inkuilen (naast de altijd gevormde kooldioxide) ook nitreuze gassen. De productie van nitreuze gassen is ook bekend bij opslag van plantenmateriaal in silo’s.

Nitreuze gassen is de verzamelnaam voor stikstofdioxide (NO2), stikstofmonoxide (NO) en aanverwante stoffen. Deze stoffen zijn giftig en bijtend en kunnen grote risico’s opleveren voor mens en dier. Op dinsdag 21 augustus vond zowel in Leusden als in Galder na de maisoogst een incident plaats met kuilgassen waarbij de brandweer is ingezet met een maïskuil van pas 1 dag oud. De vorming van nitreuze gassen in de maïskuil zal gewoonlijk toenemen tot de 4e/5edag, waarna de concentratie weer afneemt. Na 10 tot 14 dagen zijn de nitreuze gassen meestal verdwenen. Let op: kooldioxide (verstikkend, ook zwaarder dan lucht) blijft dan nog wel aanwezig !


Foto’s via brandweerkorps regio Utrecht.

Kenmerken van nitreuze gassen
  • Het gas wordt pas zichtbaar vanaf ca. 60 ppm. Ook als er nog geen gas zichtbaar is kan er al  een gevaarlijke situatie bestaan.
  • Een lage concentratie gas ziet dit er gelig uit. Naarmate de concentratie toeneemt wordt dit roodbruin tot roestbruin. In een roodbruine tot roestbruine wolk is de concentratie vele honderden ppm’s en is inhalatie van de wolk zeer gevaarlijk.
  • Ook lassers, brandweer- en militair personeel en personeel werkend op vliegtuigplatforms en met explosieven lopen risico op blootstelling aan nitreuze gassen.
Toxiciteit van nitreuze gassen
  • De belangrijkste toxiciteit ontstaat door inhalatie. Nitreuze gassen zijn relatief slecht oplosbaar in water en produceren een type 2 acute inhalatoire intoxicatie. De ernst van het letsel en het moment van optreden hangen vooral af van de concentratie en duur van de blootstelling:
    • Bij lage concentraties blijft de intoxicatie vaak beperkt tot acute aspecifieke klachten zoals hoesten, kortademigheid, benauwdheid en hoofdpijn. Deze verdwijnen doorgaans spontaan binnen enkele dagen.
    • Bij hogere concentraties ontstaan vergelijkbare acute klachten, die na een mogelijke klachtenvrije periode van 4-48 uur worden gevolgd door ernstige schade diep in de longen (ARDS) met een klinische presentatie van niet-cardiogeen longoedeem.
    • Bij zeer hoge blootstelling kan na 2-6 weken permanente restschade optreden (bronchiolitis obliterans).
    • Methemoglobine vorming is mogelijk, maar lijkt niet op de voorgrond te staan.
  • Bij contact met de ogen treedt boven ca 10 ppm irritatie op. Bij hogere concentraties kan de cornea worden beschadigd. Door reactie tot salpeterzuur kunnen de sclerae geel verkleuren. Ruim spoelen met lauw water, eventueel via oogspoel-lenzen, is dan aangewezen.
  • Bij contact met de huid ontstaat bij hoge concentraties door een reactie met vocht salpeterzuur. Hierdoor ontstaat een gele huid en eventueel chemische brandwonden. Is dit het geval, dan gaat het direct bijten. Spoel dan direct met veel water!
Opvang van patiënten

Ook bij initiële afwezigheid van significante respiratoire klachten en symptomen is tot zeker 48 uur na blootstelling een ernstig ziektebeeld mogelijk. Bij vermoede inhalatoire blootstelling aan nitreuze gassen is ook bij afwezigheid van klachten en symptomen observatie gedurende ten minste 12 uur aangewezen, waarbij ten minste monitoring op hypoxaemie (evt methaemoglobinemie). Eventuele corrosieve effecten op huid en ogen zijn secundair, evident, en vereisen spoelen met veel lauw water en behandeling als chemische brandwonden. Neem voor ondersteuning bij de behandeling van patiënten contact op het het NVIC: 030 – 274 8888.

AHLS

De cursus Advanced Hazmat Life Support (AHLS) geeft u verder inzicht in de pathofysiologie en het medisch handelen bij veel voorkomende intoxicaties met industriële-, landbouw- en huishoudchemicaliën.